Meer over lood in de grond
Op deze pagina leest u hoe het komt dat er lood in de Rotterdamse bodem zit, wat de gezondheidsrisico’s zijn van lood en wat de gemeente doet aan lood in de grond. Ook vindt u hier meer informatie over het onderzoek naar lood in de grond.
Er zit lood in de grond omdat er vroeger veel lood werd gebruikt, onder meer in verf en benzine. Maar ook omdat in Rotterdam veel loodwitfabrieken waren. Vanaf de zeventiende eeuw werd van lood in deze fabrieken wit pigment gemaakt voor verf.
Op veel plekken in Rotterdam is lood in de bodem terechtgekomen. Vroeger wisten mensen namelijk niet dat lood schadelijk kan zijn voor de gezondheid. Hun afval met lood gooiden ze gewoon op de grond. De stad werd ook opgehoogd met vervuilde grond. Zo heeft het lood zich als een lappendeken over de stad verspreid. Lood dat eenmaal in de grond zit, verplaatst zich niet. Het verspreidt zich niet via water of lucht. Evenmin gaat het door de huid. De enige manier waarop mensen lood uit de grond in hun lichaam krijgen, is door het eten van grond of groenten en aardbeien gekweekt in grond met lood.
Lood in de grond is geen probleem, als het maar niet in het lichaam komt.
Kleine kinderen kunnen lood binnenkrijgen als ze tijdens het buitenspelen hun vieze vingers in hun mond stoppen. Vooral bij kinderen tot en met 7 jaar kan dit invloed hebben op de ontwikkeling van de hersenen en hoe goed ze kunnen leren. Daarom is het belangrijk dat zij niet in aanraking komen met grond die vervuild is met lood.
Lood kunt u ook binnenkrijgen als u groenten of aardbeien eet die zijn verbouwd op grond met lood. Groenten nemen via hun wortels lood uit de grond op. De hoeveelheid verschilt per groente. Ook kunt u grond met lood binnenkrijgen via ongewassen groenten. Jarenlang te veel lood binnenkrijgen kan bij een volwassene leiden tot een iets hogere bloeddruk en een verminderde nierfunctie. Kweek daarom groenten en aardbeien in schone grond. Meer informatie over het telen van groente en fruit vindt u in tuinadvies 'moestuin'.
Ga naar Lood in mijn omgeving om via de adres-checker te zien hoeveel lood er in uw tuin of buurt is gevonden en wat u kunt doen.
Bij nieuwbouw of herontwikkeling stelt de gemeente sinds 1990 eisen aan de kwaliteit van de grond. Soms moet de bodem eerst worden gesaneerd. Sinds 1990 is zo al veel verontreinigde grond weggehaald of afgedekt met een dikke laag schone grond. Op plekken waar is gesaneerd of waar na 1990 huizen zijn gebouwd, is de bodemkwaliteit goed. U hoeft niets te doen.
De gemeente heeft ook veel onderzoek gedaan naar lood in de grond in achtertuinen, op plekken waar kinderen spelen en bij volkstuinen. Zo weten we voor een groot deel van Rotterdam waar lood in de bodem zit en om hoeveel lood het gaat.
Bewoners bij wie onderzoek is gedaan in hun tuin of woonblok hebben een brief met de resultaten van de gemeente gekregen. Via de adres-checker kunnen bewoners snel zien wat de resultaten voor hun adres zijn en krijgen zij advies over hoe zij met de risico’s van lood om kunnen gaan.
Op gemeentegrond neemt de gemeente zelf maatregelen als dit nodig is, zoals bij speelplekken voor kleine kinderen. Ook bij het opnieuw inrichten van speelplekken onderzoekt de gemeente altijd of het nodig is om de bodemkwaliteit te verbeteren.
Toelichting op het bodemonderzoek
Lood heeft meer invloed op de gezondheid dan eerder werd gedacht. Dat blijkt uit een onderzoek van het RIVM uit 2015. Vooral kinderen tot en met 7 jaar zijn kwetsbaar. Lood heeft namelijk een negatief effect op de ontwikkeling van de hersenen.
Sinds het begin van de jaren tachtig is veel bodemonderzoek verricht en zijn bodemsaneringen uitgevoerd. Ook de historie van de loodwitfabrieken is onderzocht. Sindsdien weten we dat lood in de bodem van Rotterdam voorkomt.
De gegevens over de geschiedenis van de loodwitfabrieken en de resultaten van eerdere onderzoeken zijn gecombineerd. Wijken waar aanwijzingen waren voor verontreiniging met lood, zijn extra onderzocht in de jaren 2016 tot 2021. De wijken waar geen aanwijzingen waren voor lood in de bodem, zijn niet verder onderzocht. Op plekken waar is gesaneerd of waar na 1990 huizen zijn gebouwd, is de bodemkwaliteit goed.
Bij het laatste onderzoek van 2016 tot 2021 zijn ongeveer 30.000 achtertuinen in zo’n 1.400 woonblokken onderzocht. In circa 10% van deze tuinen zijn monsters van de grond genomen. Van deze monsters is het loodgehalte bepaald. Samen met de circa 6.000 analyseresultaten uit eerdere onderzoeken in Rotterdam is het gemiddelde loodgehalte per woonblok bepaald. Het laatste onderzoek telt hierin zwaarder mee, omdat de manier van onderzoek betrouwbaarder is.
Soms waren er te weinig gegevens om de gemiddelde hoeveelheid lood voor een woonblok te bepalen. In dat geval hebben we het gemiddelde van een woonblok vlakbij genomen.
Op basis van het gemiddelde loodgehalte per woonblok adviseert de gemeente hoe u kunt voorkomen dat u lood binnenkrijgt. De hoeveelheid lood in een tuin kan hoger of lager liggen dan het gemiddelde van het woonblok. Daarom kan een bewoner van een onderzochte tuin die schoon of minder schoon is een ander advies krijgen dan de andere tuinen in het woonblok.
Voor tuinen die zijn gesaneerd hoeft u geen maatregelen te nemen. Gaat u uw tuin veranderen, bijvoorbeeld door tegels weg te halen, controleer dan of u een risico loopt. Bekijk daarvoor het uitgevoerde bodemonderzoek of de beschrijving van de uitgevoerde sanering. Deze informatie kunt u vinden via de website van de DCMR Milieudienst Rijnmond.
De gemeente geeft op basis van de resultaten van het onderzoek van achtertuinen een advies dat via postcode en huisnummer kan worden geraadpleegd. Ook is deze informatie op kaart gezet. Bij inzoomen op de kaart zijn de onderzochte meetpunten zichtbaar en is ook te zien waar is gesaneerd.
Details kunt u bekijken in het bodemonderzoeksrapport van het woonblok. Dit rapport kan op adres worden gevonden op de pagina bodem op de website van DCMR Milieudienst Rijnmond. Hier kunt u nog meer informatie vinden over bodemonderzoek of bodemsanering in uw buurt.
Moestuin




